Preventie en wat te doen bij infectie
Preventie en wat te doen bij infectie
Laatst aangepast vrijdag, 06 februari 2015, 11.11 u.
Welke preventieve maatregelen kun je nemen?
- Controleer regelmatig jouw kersen (bij de pluk) en bladeren (september-oktober).
- Gebruik plantgoed (enten en onderstammen) vrij van het Little Cherry Virus.
- Koop enkel gecontroleerd virusvrij plantgoed.
- Vermijd contact tussen de kerselaars. Houd bij de aanplant voldoende afstand tussen de kerselaars (10 meter voor hoogstambomen) en zorg voor een onderhoudssnoei van de boomkruinen om contact te vermijden.
- Plant geen nieuwe kersenbomen in de buurt van (vermoedelijk) besmette bomen.
- Bij bomen die gekapt worden, is het belangrijk dat de wortels niet opnieuw kunnen uitschieten.
Wat bij infectie of vermoeden van infectie?
Wat met heraanplant na een infectie?
- Waar een besmette boom stond, plant je op diezelfde plaats niet opnieuw een kerselaar.
- In tuinen of weides met verscheidene besmette bomen, plant je in de volledige tuin of weide niet opnieuw kerselaars.
- Andere fruitsoorten zoals appels, peren, pruimen, klein fruit … komen wel in aanmerking voor heraanplant in bovenstaande gevallen.
- Voor heraanplant van hoogstamboomgaarden bestaan er subsidiemogelijkheden (meer informatie via het Regionaal Landschap).