De provincie Limburg gebruikt cookies om jouw surfervaring op deze website gemakkelijker te maken.

Strikt noodzakelijke cookies
Deze cookies zijn strikt noodzakelijk om in de site te navigeren, of om te voorzien in door jou aangevraagde faciliteiten.
Functionaliteitscookies
Deze cookies verbeteren van de functionaliteit van de website door het opslaan van jouw voorkeuren.
Prestatiecookies
Deze cookies helpen om de prestaties van de website te verbeteren, waardoor een betere gebruikerservaring ontstaat.
Online surfgedrag gebaseerde reclame cookies
Deze cookies worden gebruikt om op de gebruiker op maat gemaakte reclame en andere informatie te tonen.
Woonacademie

Een mobiele unit in de tuin als antwoord op de huidige woonuitdagingen - Veel gehoorde overwegingen op een rijtje

Laatst aangepast dinsdag, 09 juni 2020, 16.44 u.

Ruimtelijke Planning - Wonen - 12 mei 2020

Meer en meer gemeenten in Limburg wensen een eigen instrument te ontwikkelen om het mobiele wonen in de tuin te "sturen". De huidige regelgeving biedt momenteel onvoldoende houvast om tegemoet te komen aan de groeiende vraag vanuit de individuele burger. De gemeente wil sneller en anders kunnen inspelen en meteen mogelijkheden inbouwen tot handhaving.
Het thema van de eerste Woonacademie riep ook heel wat vragen op over de "maatschappelijke" relevantie van deze woonvorm. Het blijkt een verhaal van nuances waarbij de invulling van woon- en leefkwaliteit verschilt, afhankelijk vanuit de bril waardoor je kijkt.
Vanuit ruimtelijk oogpunt is een mobiele unit in de tuin een antwoord op een specifieke woonvraag van een groep mensen mits de unit voldoet aan alle voorwaarden van kwaliteit, veiligheid, duurzaamheid, ruimtelijke gewenste inplanting, vergunningsverlening, ...
Vanuit maatschappelijk oogpunt trekt een tijdelijke mantelzorgrelatie meer en meer voorstanders aan waardoor een mobiele unit in de tuin een volwaardige plaats kan krijgen in het aanbod van de verschillende woonvormen voor specifieke doelgroepen. Of met een boutade: maatwerk voor elke stad, dorp, verkaveling, lint, kern, elke bewoner, ...
De meeste maatschappelijk – ruimtelijke vragen kun je relateren aan drie centrale uitgangspunten namelijk: betaalbaarheid voor mens en maatschappij, levenskwaliteit voor mens en omgeving en een integrale en inclusieve aanpak van de mobiele woon(zorg)unit in het woonbeleid.
We zetten de reflecties graag voor jou op een rijtje.

Verantwoord omgaan met ruimte

  • Er bestaat een grote kloof in de gedachte om verantwoord om te gaan met ruimte. De nuancering gaat van het volledig vermijden van het in gebruik nemen van extra ruimte tot het zo verantwoordelijk mogelijk innemen van open ruimte.
  • Blijf investeren in alternatieve woonmodellen voor specifieke doelgroepen zoals personen met een handicap, ouderen, ... Voorbeelden zoals zorgzones en zorgnetwerken met een verwevenheid aan functies dichtbij of in het centrum of in een kern worden vaak naar voor geschoven.
  • Het stimuleren van woningdelen in onderbenutte woningen en het herbestemmen van panden zijn alternatieven die al dan niet voorrang genieten, of die je minstens evenwaardig moet onderzoeken. De afweging voor het verbouwen van een bestaande woning of het plaatsen van een woonunit in de tuin moet in overleg met de gemeente en de betrokken aanvragers gebeuren.
  • Voorwaarden van "zorg" en "tijdelijkheid" koppelen aan het plaatsen van een mobiele woonunit is een begrijpelijke en verdedigbare keuze. In de Vlaamse codex RO zijn de voorwaarden tot zorgwonen duidelijk omschreven waardoor moeilijkheden zoals het toekennen van een apart huisnummer, een tijdelijke of permanente domiciliëring, de financiële gevolgen bij uitkeringen, ... wegvallen.

Verantwoord omgaan met de betaalbaarheid en de ecologische voetafdruk van de zorg

  • Wordt het aanbieden van thuiszorg voor iedereen (te) duur? De decentrale hulpverlening voor personen die ver buiten de kernen wonen, verhogen de kosten aanzienlijk. De grotere afstand vraagt meer tijd en zorgt voor hogere vervoerskosten. Ook moet je meer personeel inzetten om minder mensen te kunnen verzorgen. De afweging naar de wenselijkheid van mobiele woonunits ver buiten de kernen en de maatschappelijke kosten moet je mee in overweging nemen bij het bepalen van de afbakeningslijnen voor het plaatsen van een mobiele woonunit.
  • Het streefdoel moet zijn dat je geen extra/nieuwe vorm van wonen in gebieden ver buiten de dorpskern kunt toelaten. Zeker voor zorgwonen is het wonen dichtbij diensten en voorzieningen noodzakelijk.
  • In het artikel: Katrien-plaatst-zorgunit-voor-haar-schoonmoeder-goedkoper-dan-een-rusthuis uit het Laatste Nieuws lezen we dat de mobiele constructie een goedkopere woonvorm is dan het verblijf in een woonzorgcentrum of een assistentiewoning. Daarnaast is het inhuren van thuiszorg een goedkopere oplossing om aan de zorgvraag te beantwoorden dan het aanbod in een woonzorgcentrum. Voor de bewoner is, afhankelijk van de zorggraad, deze woonvorm een beter betaalbare woonvorm.

Een andere (tijdelijke)woonvorm voor personen met nood aan zorg?

  • De mobiele woonunit in de tuin is een aanvullende tijdelijke woonvorm, maar kan een onderdeel van een wooncontinuüm voor ouderen zijn. Het zelfstandig wonen in eigen woning of tuin, in een vertrouwde omgeving en/of kort bij familie is een evenwaardig alternatief voor een verhuizing naar een kleinschaligere eenheid in een woonkern of een assistentiewoning. Tenslotte blijft de verhuizing naar een woonzorgcentrum mogelijk als de zorgnood te hoog wordt.
  • Er moet meer aandacht zijn voor andere woonvormen voor ouderen (co-housing voor ouderen, ...) in plaats van het creëren van richtlijnen voor mobiele units in de tuin.

In het huidige woonaanbod worden veel kwaliteitsvolle appartementen bewoond door ouderen met financiële draagkracht. Daardoor is het voor veel starters en jonge gezinnen niet mogelijk om een betaalbare woning te vinden in de eigen gemeente. Ouderen een kwalitatief alternatief bieden zoals co-housing of een mobiele woonunit in eigen buurt of tuin kan mee een oplossing bieden om een betaalbare woningmarkt te realiseren voor alle doelgroepen.

  • Als gemeente kun je sneller een antwoord bieden op concrete en acute zorgvragen. De termijn van de aanvraag tot het verstrekken van een vergunning kun je versnellen, de levertermijn van een unit is kort, ... Op dit ogenblik kan de buurman nog steeds een beroep aantekenen, ook al heeft de gemeente een vergunning toegekend.
  • Wie woont waar? Vaak huisvest de zorgbehoevende zich in de mobiele unit en de zorgverleners in de hoofdwoning. Het belangrijkste argument hiervoor is natuurlijk dat de zorgvrager alleen is of hooguit met twee personen en in een te grote woning woont als hij de hoofdwoning bewoont. Je moet wel waken over de vrije keuze van de zorgbehoevende om in de tuin te gaan wonen.
  • Tijdelijkheid druk je uit in een bepaald aantal jaren, eventueel met een mogelijkheid tot verlenging onder bepaalde voorwaarden. Soms verstrekken gemeenten enkel een tijdelijke vergunning voor mobiele huurunits, als een vorm van garantie op deze tijdelijkheid. Het bieden van woonzekerheid is echter een belangrijke factor voor het welbevinden van een bewoner. Een veel gehoorde bemerking is: "Is de duur van de zorgrelatie geen relevanter argument om de tijdelijkheid van vergunning van de mobiele unit te definiëren?"
  • De mobiele woonunit biedt een oplossing op maat van de gebruiker mits er aan de stedenbouwkundige en ruimtelijke voorschriften voldaan wordt enerzijds en de financiële draagkracht van de gebruiker aanwezig is voor de aankoop/huur van een unit, het transport en de aansluiting van de nutsvoorzieningen anderzijds. Een mobiele woonunit is niet voor iedereen betaalbaar.

Garanderen van de woon-en leefkwaliteit

  • De kwaliteit van de mobiele woonunit, de kwaliteit van de woonomgeving en de woonzekerheid die je biedt, bepalen de levenskwaliteit van de bewoner. De minimale normen woonkwaliteit (gezondheid, energie en veiligheid) van de Vlaamse wooncode wordt als belangrijk criterium naar voor geschoven. Over de minimumoppervlakte verschillen de meningen.

Verscheidene sociale en ruimtelijke aspecten bepalen de leefkwaliteit. Belangrijke reflecties hierover zijn: hou je bij het verdichten rekening met voldoende privacy voor de bewoner van de unit, voor de bewoners van het hoofdgebouw en voor de buurtbewoners? Heeft de bewoner voldoende sociale contacten in de omgeving of zijn er sociale en/of culturele organisaties waarbij hij zich kan aansluiten? Zijn er voorzieningen waar er in de basisbehoeften voorzien wordt? Deze elementen zijn belangrijk om vereenzaming tegen te gaan en het zelfstandig wonen zolang als mogelijk te ondersteunen.

  • De Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat de tijdelijkheid van het wonen verplicht is. De gemeentelijke richtlijnen respecteren deze voorwaarde ook, maar vanuit het standpunt van de bewoner kan het woonrecht slechts voor een beperkt aantal jaren gegarandeerd worden. Ook al behoort een nieuwe vergunningsaanvraag tot de mogelijkheden, kan dit voor de bewoner grote onzekerheid met zich meebrengen.
  • We spreken vaak over maatwerk bij de vraag waar je een mobiele unit kunt plaatsen in de tuin. Anderzijds moet je ook naar het groter geheel kijken. Welke impact hebben verschillende units op de leefbaarheid van deze straat of bij uitbreiding op de buurt?

Van mobiele mantelzorgunit in de tuin tot zelfstandige woning

Een mobiele woonunit in de tuin opent tal van mogelijkheden, maar het blijft maatwerk om zowel ruimtelijk als maatschappelijk een evenwicht te vinden. Hierna vind je enkele opties die we noteerden.

  • Een kleinschalig woonaanbod verhogen voor studenten en jonge starters om de betaalbaarheid van een woning voor deze jongeren te garanderen. De tijdelijkheid van de mobiele woonunit kun je koppelen aan de aankoop, verbouwing van een eigen woning. Een unit kan ook dienst doen als kantoorruimte zodat de woning nog voldoende groot blijft bij gezinsuitbreiding enz.
  • Een mobiele woonunit inzetten als crisis- en noodopvang, als antwoord op een acute maatschappelijke nood. Bijvoorbeeld in de tuin van een voorziening, een openbaar gebouw, particulieren, ...

Kan deze woonvorm ook een antwoord bieden voor andere groepen die een unit op een bebouwd perceel wensen of voor diegenen die een unit op een niet-bebouwd perceel wensen te plaatsen? Sommigen verwachten dat het beleidsmatig uitvouwen van richtlijnen voor mobiele (zorg)units in de tuin, de discussie over deze woonvorm als volwaardig woontype positief kan beïnvloeden. Dit niet alleen vanuit een tekort aan betaalbare woningen, maar ook vanuit de wens en/of noodzaak om kleinschaliger en/of duurzamer te wonen. Enkele voorbeelden:

  • braakliggende gronden met een bestemming op lange termijn kun je tijdelijk ter beschikking stellen voor bv. woonunits voor daklozen (voorbeeldprojecten in Brussel)
  • een mobiele unit kun je als kleinschalige woonvorm op een klein stuk (bouw)grond plaatsen
  • het wonen in tiny houses
  • de vraag van woonwagenbewoners om met een of meer woonwagens/mobiele woonunits op een privéterrein te wonen.

Tot slot: een warme oproep aan de overheden

De woonmarkt is in volle evolutie. We ervaren dat al onze partners blijven gaan voor betaalbaar en kwalitatief wonen voor iedereen. Innovatie gekoppeld aan kwaliteit, duurzaamheid, ruimtelijk inpasbaarheid en betaalbaarheid wordt door eenieder toegejuicht, doch anders ingevuld. Toch spreken allen de hoop uit dat deze reflecties een signaal kunnen zijn aan de lokale, provinciale en Vlaamse overheid om (verder) werk te maken van regelgeving in de huidige context waarbinnen de sociale en ruimtelijke uitdagingen een plaats krijgen.


Afbeelding: © Landelijke Gilde- fotograaf Philippe Deboey

naar het online platform Limburg in cijfers

Provincie Limburg is ook social