Wat je hier ziet is geen willekeurig landschap. Je kijkt naar een overstromingszone van de provincie Limburg. Het provinciebestuur kan bij hevige of langdurige neerslag het water hier tijdelijk tegenhouden om te vermijden dat lagergelegen dorpskernen overstromen.
Het regenwater krijgt hier ruimte. En dat is nodig. Lange tijd hebben we water geweerd uit ons landschap, via drainage van landbouwgronden en rechttrekken van beken, bijvoorbeeld. Ook de vele verhardingen versterken dat effect. Het water trekt niet de grond in maar stroomt weg.
Het afstromende water zwelt onderweg steeds meer aan. Valleien krijgen die capaciteit niet altijd verwerkt. Op specifieke punten kan dan wateroverlast ontstaan. Bovendien zorgt de klimaatverandering voor extremere regenbuien. Als we niet ingrijpen kan wateroverlast vaker voorkomen.
Via overstromingszones kunnen we het water tijdelijk tegenhouden en inspelen op de hoeveelheid water die een waterloop en haar vallei kan afvoeren. De zone die we gecontroleerd laten overstromen, vormt de overstromingszone.
Om de meest geschikte locatie te bepalen, kijken we naar de natuurlijke vallei. Zo kwamen we hier in Romershoven terecht om het lagergelegen Beverst te beschermen. De dijk die het water tegenhoudt, staat dwars op de vallei van de beek. De betonnen constructie, die we het kunstwerk noemen, kun je zien als een kubus met een ingang en een uitgang. Via een regelbare verticale schuif beslissen we hoeveel water we tegenhouden en doorlaten. Hiervoor kijken we naar de waterstand in de beek en de verwachte neerslag. De roosters beschermen de schuiven tegen afval.
Om de dijk bij volledige vulling te beschermen tegen een doorbraak, voorzien we op één locatie een verlaagd gedeelte dat we extra verstevigen. Zo controleren we waar de overstromingszone kan overlopen en leiden we het water terug naar de beek.
Een overstromgingszone gaat vaak op in haar omgeving. Omdat de zone zich slechts voor een kleine periode vult bij hevige regen kan het meerdere functies vervullen, voor zowel natuur en landbouw als recreatie. Denk aan het kunstproject met de 44 betonnen helmen in de overstromingszone in Halen.
Ook in minder natte periodes zijn overstromingszones dus nuttig. Meer nog, het provinciebestuur wil overstromingszones in minder natte tijden inzetten als spons, door het water in de beek gecontroleerd tegen te houden en te laten infiltreren om het grondwater aan te vullen.
Buurtbewoners merken op dat wanneer de regen is gestopt, het waterpeil in de beek nog steeds hoog staat. Dat is niet onlogisch. Het water dat tijdens de buien werd opgehouden, dat in sommige overstromingszones kan oplopen tot 150 miljoen liter, wordt gecontroleerd geloosd en is dus nog onderweg. Het waterpeil in de beek en de weersvoorspellingen bepalen hoe snel de leegloop kan gebeuren zonder alsnog wateroverlast te veroorzaken. Na enkele uren tot dagen is alles terug genormaliseerd.
Deze situatie doet zich trouwens op verschillende locaties tegelijk voor. Om een vallei nog beter te beschermen leggen we soms meerdere overstromingszones aan binnen één afstroomgebied. Het is dan ook belangrijk om deze bekkens op elkaar af te stemmen. Zo zie je maar: geen enkele overstromingszone en regenbui is hetzelfde. Het is altijd maatwerk.
Limburg telt al heel wat provinciale overstromingszones, meestal gelegen in Zuid-Limburg. Daar komen er in de toekomst nog een aantal bij. Zo blijft de provincie als grootste waterbeheerder van Limburg elke dag investeren in maatregelen om wateroverlast, maar ook de gevolgen van droogte, te beperken.