Wonen of werken aan een waterloop

Woon jij aan een waterloop of wil je er werken uitvoeren? Dan zijn er een aantal regels waar je je aan moet houden. De belangrijkste regels werden vastgelegd in de zogenaamde “afstandsregels”. Die regels helpen om de waterkwaliteit te beschermen, wateroverlast te beperken en een goed onderhoud mogelijk te maken.

Belangrijk zijn de afstanden, namelijk de éénmeterzone en de vijfmeterzone. Deze afstanden worden gemeten vanaf de "taludinsteek". De regels gelden voor beide oevers.

Wil je werken uitvoeren aan een waterloop?

Overwelvingen, lozingsconstructies, ophogingen, stuwen, een verlegging van een waterloop …

1-meterzone

  • Geen grondbewerkingen
  • Geen pesticiden
    • Particulieren houden minstens 6 meter afstand tot de taludinsteek.
    • Land- en tuinbouwers: pesticidenverbod op de taluds én op de eerste meter vanaf de taludinsteek. Afhankelijk van het product gelden er strengere regels. Controleer de voorschriften op de verpakking.

5-meterzone

Aan beide zijden van de waterloop is er steeds vrije doorgang noodzakelijk voor onderhoudswerken.

  • Geen hindernissen
    • zoals gebouwen, tuinhuisjes, terrassen, composthopen of vaste beplantingen.
  • Geen ophogingen of opslag (tijdelijk of permanent)
  • Geen bemesting
    • Bij een steile helling (meer dan 8 %) naar de waterloop en in een VEN-gebied moet je zelfs 10 meter van de waterloop blijven.
  • Afsluitingen, hagen, bomenrijen, verhardingen moeten aan voorwaarden voldoen.
  • De waterloopbeheerder mag maaisel of slib spreiden in de vijfmeterzone.

Afsluitingen, hagen, bomenrijen

  • Kunnen evenwijdig met de loop van de beek. Voorzie in afsluitingen een doorgang voor een kraan of vrachtwagen.
  • Afsluitingen en hagen staan minstens 75 cm en maximum 1 m van de taludinsteek, met een maximale hoogte van 1,50 m.
  • Afsluitingen hoger dan 1,50 m moet je op minstens vijf meter van de taludinsteek plaatsen.
  • Intensief begraasde weilanden, grenzend aan waterlopen, moet je op aangeven van de waterbeheerder afsluiten volgens deze richtlijnen om trappelschade aan de oevers te vermijden.
  • Bomen staan minstens 75 cm en maximum 1 m van de taludinsteek, met een tussenafstand van 12 m.
  • Naaldbomen staan minstens 6 m van de taludinsteek.

Verhardingen en leidingen

  • Verhardingen (bv. inritten) en leidingen binnen de 5-meterzone moeten overrijdbaar zijn met een kraan of vrachtwagen tot 30 ton.

Goed om te weten

Woon je naast een waterloop? Als aangelande heb je het recht om te vissen vanop jouw percelen grenzend aan de waterloop.

Als er geen permanent onttrekkingsverbod geldt ter hoogte van jouw perceel, mag je water uit de beek onttrekken op voorwaarde dat de afwaartse aangelanden nog water hebben. Je mag het leven in de waterloop niet storen en er moet onder alle omstandigheden minstens 10 cm water in de waterloop blijven, ook in droge periodes. Als je meer dan 10 m³ onttrekt geldt er een meldingsplicht!

Uiteraard mag je de vrije doorgang van het water in de beek niet belemmeren.

Maak geen illegale constructies. Daar horen ook zelfgemaakte oeververstevigingen onder. Een afkalvende oever of andere problemen kun je steeds melden via ons meldpunt.

Lozen in en sluitstorten langs onze waterlopen is uiteraard verboden. Dat geldt ook voor je gazonmaaisel op de oever achterlaten.