Wil je weten of jouw woning, bouwgrond of landbouwgrond in overstromingsgevoelig gebied ligt, neem dan een kijkje op Geopunt of www.waterinfo.be.
Er zijn twee soorten overstromingsgevoelig gebied. De lichtblauwe zones zijn de mogelijks overstromingsgevoelige gebieden. De donderblauwe zones noemen we effectief overstromingsgevoelige gebieden.
De mogelijks overstromingsgevoelige gebieden zijn percelen die gelegen zijn in een vallei en waar zich dus van nature overstromingen zouden kunnen voordoen. Ze zijn afgebakend op basis van de bodemkaart en niet op basis van waarnemingen. Dat wilt zeggen dat er niet noodzakelijk een concreet risico op wateroverlast bestaat. Om te weten welke gevolgen dit heeft voor de constructievoorwaarden, neem je best contact op met de waterloopbeheerder.
De effectief overstromingsgevoelige gebieden zijn gebieden die meestal historisch gekend zijn als overstromingszones. Berekeningsmodellen geven hier een hoog risico aan. In deze zones gelden altijd strenge constructievoorwaarden. De bouwheer moet steeds bijkomende investeringen doen om overstromingsveilig te bouwen en op lange termijn schade te voorkomen. Er mogen bijvoorbeeld geen kelders gebouwd worden in effectief overstomingsgevoelige gebieden. Ook ophogingen van het terrein worden in deze zones afgeraden of tot een minimum beperkt. Algemeen geldt dat er geen ruimte voor water mag worden ingenomen. Er kunnen eventueel compenserende maatregelen worden opgelegd.
Wanneer je een stedenbouwkundige vergunning aanvraagt voor een perceel in overstromingsgevoelig gebied zal de overheid onderzoeken of het project een schadelijk effect op het watersysteem zal hebben, de zgn. watertoets. Het resultaat van de watertoets wordt als een "waterparagraaf" opgenomen in de vergunning. De waterparagraaf kan bestaan uit constructievoorwaarden of oplossingen om het schadelijk effect te voorkomen/milderen.