Haspengouwse gemeenten worden regelmatig geconfronteerd met water- en modderoverlast. Dit is vaak het gevolg van het wegspoelen van grond (bodemerosie) op de hoger gelegen landbouwpercelen. Bodemerosie komt vooral voor bij hevige of langdurige neerslag en bij beperkte bedekking van de bodem door gewassen. Het risico op modderstromen is daarom het grootst tussen mei en september.
Naast modderstromen op wegen en in woonwijken, veroorzaakt bodemerosie ook dichtslibbing van wachtbekkens, riolen en waterlopen. Samen met de weggespoelde grond komen bovendien vervuilende stoffen in de waterlopen terecht, met negatieve gevolgen voor de oppervlaktewaterkwaliteit.
In het verleden bleef de aanpak van bodemerosie vaak beperkt tot het stroomafwaarts bestrijden van water- en modderoverlast via roosters in de weg, bufferbekkens, verhogen van de waterloop- en rioolcapaciteit, enz. Maar er zijn ook maatregelen op de akkers nodig om bodemerosie te bestrijden. Maatregelen die bijdragen tot de vorming van een goede bodemstructuur, de ruwheid van het bodemoppervlak vergroten of de bodem zo veel en zo lang mogelijk bedekt houden. Door deze maatregelen kan er meer neerslag infiltreren in de bodem en wordt het afstromend water vertraagd.
Daarnaast vangen grasstroken, kleine landschapselementen, aarden dammen en dammen uit plantaardige materialen, bufferbekkentjes e.d., het afstromend water en de grond op én voeren het afstromend regenwater vertraagd af. Dit alles draagt bij tot een verminderde bodemerosie.
De meeste erosiegevoelige gemeenten hebben een erosiebestrijdingsplan opgesteld. Samen met de erosiecoördinatoren van het Provinciaal Steunpunt Land & Water proberen ze zoveel mogelijk erosiebestrijdingsmaatregelen uit te voeren.
Alle maatregelen zijn op vrijwillige basis, maar landbouwers krijgen wel een subsidie als ze maatregelen nemen op hun perceel.
Heb je zelf een probleem met afstromend water en modder? De erosiecoördinatoren geven graag advies voor jouw specifieke situatie.