Een goede bodem is niet alleen belangrijk voor landbouwers, ook de waterbeheerder profiteert ervan. Goede bodems kunnen bijvoorbeeld meer water vasthouden en nutriënten spoelen minder snel uit. Ze zorgen dus voor betere waterkwaliteit, minder wateroverlast en minder verdroging.
De kwaliteit van de landbouwbodems gaat achteruit. De helft van de landbouwbodems kampt momenteel met verdichting door het gebruik van zware machines en intensieve bewerkingen, beworteling en bodemleven laten te wensen over en het organisch-stofgehalte is niet optimaal.
Hevige neerslag infiltreert door de verdichting niet snel genoeg in de bodem, waardoor er plassen op het land komen en regenwater snel naar de gracht stroomt.
Bodemmaatregelen
Landbouwers kunnen zelf maatregelen toepassen die de bodem verbeteren. Voorbeelden van deze maatregelen zijn onder meer het rijden met een lage bandenspanning (landbouwmachines), minimale grondbewerking en het organisch-stofgehalte in de bodem verhogen door het gebruik van compost of stalmest.
Uit onderzoek blijkt dat bodemmaatregelen:
- piekafvoeren reduceren tot 15 % in de winter en zelfs tot 50 % in de zomer
- de beregeningsbehoefte met één derde reduceren
- gewasopbrengsten tot meer dan 10 % doen toenemen
- verlies van meststoffen en emissies van bestrijdingsmiddelen via oppervlakkige afspoeling beperken, waardoor de kwaliteit van het oppervlaktewater verbetert.
Bron: Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer, Rapport 2015-19, Goede grond voor een duurzaam watersysteem (www.stowa.nl/bibliotheek/publicaties)