De meeste aanvragen voor vergunningen hebben betrekking op het overwelven of inbuizen van waterlopen. Overwelvingen over een grote lengte worden niet toegelaten. Ze verminderen de bergingscapaciteit, zorgen voor verlies van infiltratiecapaciteit, leiden tot een verhoging van de kosten voor onderhoud en kunnen wateroverlast veroorzaken door verstopping.
Een overwelving mag maximum 6 m lang zijn inclusief de kopmuren. Met het oog op economische activiteiten kun je een uitzondering maken. In dat geval mag de overwelving maximum 7,5 m of 8 m (inclusief kopmuren) bedragen.
De aard van de overwelving is afhankelijk van de bodembreedte. Bij waterlopen met een bodembreedte van 1 m wordt meestal een brugconstructie (dek op oever) verplicht. Als de bodembreedte minder dan 1 m bedraagt, mogen meestal buizen gelegd worden. Er kunnen specifieke voorwaarden opgelegd worden in de vergunning.