Drainage wordt gebruikt om het grondwaterpeil te verlagen. Er bestaan verschillende technieken om de bodem te draineren: via het oppervlaktewater (greppels) of via ondergrondse afvoer (drainagebuizen).
Met peilgestuurde drainage kunnen landbouwers zelfs het grondwaterpeil van een perceel instellen via de regelput in tegenstelling tot de klassieke drainage, waar het water jaar in jaar uit naar de afvoergracht stroomt.
Als het gedraineerde water wordt geloosd in een geklasseerde waterloop, heb je een specifieke vergunning of machtiging nodig. Bij niet-geklasseerde waterlopen en waterlopen van tweede en derde categorie is steeds een vergunning vereist van de deputatie (provincie). Bij onbevaarbare waterlopen van eerste categorie is de Vlaamse Milieumaatschappij bevoegd.
Volgens het besluit van de Vlaamse Regering is er geen stedenbouwkundige vergunning nodig voor het draineren van een goed voor landbouw- of bodembeheerdoeleinden door de aanleg van een geheel van ondergrondse zuig- en/of moerleidingen, omhullingsmaterialen en eindbuizen en van een geheel van boven- en/of ondergrondse uitmondingsvoorzieningen, controleputten en hulpstukken, mits aan alle van de volgende vereisten voldaan is:
- de bovengrondse zichtbare voorzieningen hebben maximale afmetingen van 1 meter x 1 meter en liggen gelijk met het maaiveld of met het talud van de ontvangende waterloop
- de drainagewerken worden niet uitgevoerd in de volgende gebieden of zones:
- Speciale Beschermingszones
- de Ramsargebieden
- ruimtelijk kwetsbare gebieden of een overstromingsgebied, of op minder dan 50 meter van die gebieden
- voor de drainagewerken is geen milieueffectrapport vereist.