Zoeken

De Provinciale domeinen werden niet enkel aangekocht met het oog op het natuurbehoud. De culturele en/of recreatieve waarde van de gebieden waren belangrijke aankoopcriteria. De Provinciedomeinen Nieuwenhoven (Sint-Truiden) en Bokrijk (Genk) zijn er mooie voorbeelden van.

Provinciaal Domein Bokrijk

Het Domein Bokrijk is een belangrijke groene long tussen de dichtbebouwde steden Hasselt en Genk. Het domein is 530 ha (5,3 km2) groot en bevat uitgestrekte bossen, parken en vijvers. Het vormt het natuurlijke kader voor het openluchtmuseum.

Het landschap van Bokrijk heeft een hele evolutie achter de rug. Het is ontstaan rond een abdijhoeve, midden in de heide. Het evolueerde naar een kasteeldomein, omringd door statische bossen. Het werd provinciaal eigendom in 1938 en herbergt niet enkel het openluchtmuseum, maar ook belangrijke recreatie- en natuurterreinen.

Het centrale gedeelte met het openluchtmuseum, de speeltuin en de sportvelden heeft een duidelijke recreatieve en educatieve functie. Buiten het centrale gedeelte, krijgt de natuurfunctie de bovenhand. Het recreatieve medegebruik (wandelen, fietsen) is een belangrijke toeristische troef. In Het Wik primeert de natuurfunctie.

Het Domein Bokrijk is een bijzonder belangrijk verbindingsgebied voor de flora en fauna in Midden-Limburg. Het vormt als het ware "een groene corridor" tussen De Maten (Genk) en het Vijvergebied Midden-Limburg. 

Domein Bokrijk
Domein Nieuwenhoven

Provinciaal Domein Nieuwenhoven

Het Provinciaal Domein Nieuwenhoven - het grootste openbare bos in Haspengouw 161 ha (1,61 km2) gelegen aan de N722 Hasselt - Sint-Truiden - kent een rijke geschiedenis.
In de 10de eeuw ontving de abdij van Sint-Truiden het bos van Nieuwenhoven als schenking. De monniken ontgonnen het bos, bouwden een kasteel met hoeve. Na de Franse Revolutie kwam het domein in privéhanden. In de 19de eeuw kreeg het landschap de structuur van een Engelse landschappelijke tuin. Een historisch belangrijke structuur die het vandaag nog heeft.

Toen het domein in de jaren 1970 dreigde versnipperd te worden voor bebouwing, kocht de provincie Limburg het bosrijke gedeelte. Ze richtte ongeveer 80 ha (0,8 km2) in voor openbaar nut, met een dubbele functie: natuurbehoud en passieve recreatie.
In de loop der jaren breidde de provincie Limburg haar eigendom uit tot 164 ha (1,64 km2). De terreinen zijn deels bebost, deels open. De open terreinen brengen variatie in het geheel. Ze vergroten de aantrekkingskracht van het domein en versterken de natuurwaarde.

In het voorjaar van 2024 startte de bouw van een nieuw en ruimer bezoekerscentrum. Dit gebouw op palen, ligt vlak langs de Kelsbeek en vijver en wordt volledig met natuurlijke en circulaire materialen gebouwd en verwarmd zonder gebruik te maken van fossiele brandstoffen.
Daarnaast worden ook natuurinclusieve voorzieningen in het gebouw geïmplementeerd. Onder het dak komt een verblijfsvoorziening voor vleermuizen en op het dak voorzien we diverse bijenschoorstenen. Reden hiervoor is de afname van verblijfsvoorzieningen voor gebouwbewonende diersoorten door het isoleren en lucht- en kierdicht (ver)bouwen van woningen. Door ze natuur-inclusief te bouwen te bouwen willen we gebouwafhankelijke soorten een duwtje in de rug geven. Het oude bezoekerscentrum, gelegen in de voormalige boswachterswoning wordt een overdekte picknickruimte en nieuwe bijenhal.

Vlakbij het bezoekerscentrum liggen een educatieve vijver, een kleinschalige waterzuivering, een speeltuin, een speelbos, een hondenweide en een educatieve hoogstamboomgaard en is ook een horecagelegenheid aanwezig.