Artikel 101
De provincieraadsleden genieten een presentiegeld voor het bijwonen van de provincieraadsvergaderingen, de verenigde commissie, de beleidscommissies waarvan ze vast lid zijn en de vergaderingen van het bureau.
De door hen ondertekende aanwezigheidslijst of ingeval van vergaderingen via digitale communicatiemiddelen de vermelding van hun naam door de provinciegriffier of de voorzitter van de commissie in de notulen/het beknopt verslag van de vergadering geldt daarbij als titel voor de uitbetaling van dit presentiegeld.
Het bedrag van het presentiegeld voor het bijwonen van de vermelde vergaderingen wordt per bijgewoonde vergadering vastgesteld op 124,98 euro en is gekoppeld aan de spilindex 138,01.
Er wordt een presentiegeld ten belope van het dubbel van het vermelde bedrag toegekend aan:
- de provincieraadsvoorzitter voor het bijwonen van de provincieraadsvergaderingen
- de ondervoorzitter van de provincieraad die, bij afwezigheid of verhindering van de voorzitter, de provincieraadszitting voorzit
- het raadslid, dat bij afwezigheid of verhindering van de voorzitter van een beleidscommissie, de beleidscommissie voorzit.
De provincie vermindert de presentiegelden van het raadslid dat andere wettelijke of reglementaire bezoldigingen, pensioenen, vergoedingen of toelagen ontvangt of de provincie vult die vergoeding aan met een bedrag ter compensatie van het inkomensverlies dat de betrokkene lijdt op voorwaarde dat het raadslid daar zelf om verzoekt.
Artikel 102
De provincieraadsleden die hun woonplaats hebben op ten minste vijf kilometer van de plaats van de vergadering ontvangen een vergoeding ter terugbetaling van hun reiskosten die gelijk is aan de kostprijs van de verplaatsing van hun woonplaats naar de zetel van het provinciehuis met het openbaar vervoer.
Als zij van hun eigen voertuig gebruik maken, wordt de vergoeding berekend volgens het tarief, vastgesteld inzake reiskosten toegekend aan het personeel van de provincie.
Artikel 103
Buiten het presentiegeld vermeld in artikel 101 en de vergoeding voor reiskosten vermeld in artikel 102 van dit reglement, de jaarvergoedingen vermeld in artikel 104 van dit reglement en de mogelijkheden die worden geboden via fractietoelagen, kunnen aan de provincieraadsleden, de voorzitter van de provincieraad, de fractievoorzitters en de voorzitters van de beleidscommissies tevens de onkosten worden terugbetaald die de betrokkene gemaakt heeft en die cumulatief voldoen aan de navolgende voorwaarden:
- verband houden met het mandaat van provincieraadslid of van voorzitter van de provincieraad, een fractie of een beleidscommissie
- noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het mandaat
- gestaafd zijn met toereikende bewijsstukken.
Komen, op voorwaarde dat aan de bovenvermelde voorwaarden voldaan is, enkel voor terugbetaling in aanmerking:
- kosten voor het bijwonen van studiedagen en/of het volgen van vorming op eigen aanvraag ten belope van maximum 450 euro per jaar, per raadslid
- deelname-, reis- en verblijfskosten voor mandaten en/of opdrachten in uitvoering van een beslissing of op vraag van de provincieraad of van de deputatie, voor zover deze kosten niet worden vergoed door derden.
De provinciegriffier beoordeelt of de kosten, waarvan de terugbetaling gevraagd wordt, voldoen aan de bovenvermelde voorwaarden.
Artikel 104
Naast de in de artikelen 101 tot en met 103 van dit reglement vermelde presentiegelden en kostenvergoedingen worden aan de navolgende personen de volgende forfaitaire jaarvergoedingen toegekend:
- aan de voorzitter: een jaarvergoeding van 10 712,76 euro
- aan de voorzitters van de in de provincieraad aanwezige fracties: een jaarvergoeding van 1 785,46 euro
- aan de voorzitters van de commissies: een jaarvergoeding van 1 071,28 euro.
De in dit artikel vermelde bedragen worden gekoppeld aan de spilindex 138,01