De Gallische oorlogen
ln 58 v.C. begon de Romeinse staatsman en veldheer G. Julius Caesar (100-44 v. C.) de Gallische oorlog. De stammen in onze regio onderwierp hij in 57 v.C. ln drie jaar tijd veroverde hij het grootste deel van Gallië. De Eburonen gaven zich echter niet zomaar gewonnen. Onder leiding van Ambiorix en Catuvolcus hadden zij in 54 v.C. de Romeinse troepen, die hier in winterkwartieren waren gelegerd, in een hinderlaag gelokt en vrijwel uitgeroeid.
Ambiorix wilde echter meer. Samen met zijn bondgenoten, onder meer de Nerviërs, viel hij het kamp aan van Q. Cicero, de broer van de beroemde schrijver en redenaar M. Tullius Cicero. Caesar voorkwam een nieuwe catastrofe en ontzette de belegerde troepen. ln 53 v.C. versloeg hij de Eburonen na brutale wraakacties voorgoed. Hun aanvoerder Ambiorix verdween zonder één spoor achter te laten.
ln 51 v.C eindigden de krijgstochten van Caesar. Gallië bleef verwoest achter en werd als een nieuwe provincie bij het lmperium Romanum ingelijfd. Caesar zelf kon wegens de burgeroorlogen in ltalië de organisatie van het nieuwe wingewest niet op zich nemen.
Het Romeins Gallië
Samen met M. Vipsanius Agrippa, één van zijn belangrijkste medewerkers, legde keizer Augustus (31 v.C. -4 n.C.) de basis voor de opname van Gallië in het grote Romeinse Rijk. Hij verdeelde het uitstrekte gebied in drie provincies: Gallia Lugdunensis, Gallia Belgica en Aquitania.
ledere provincie werd onderverdeeld in bestuursdistricten of "civitates", elk met hun eigen hoofdplaats.
Het grensgebied langs de Rijn, vanaf het einde van de 1ste eeuw n.C. "Germania inferior" genoemd, vormde een militaire bufferzone. Het voormalige stamgebied van de Eburonen werd het kernland van het Romeinse bestuursdistrict "civitas Tungrorum". Na de wraakacties van Caesar tegen de Eburonen werden de Tungri, een stam van Germaanse herkomst, immers de belangrijkste volksstam in onze regio.
Tongeren en het land van de Tungri
Het land van de Tungri omvatte in het centrum het vruchtbare Haspengouw, Condroz en Famenne, in het zuiden de Ardense hoogvlakten en wouden, in het noorden de zandige Kempen en een deel van Noord-Brabant. Doorheen het uitgestrekte gebied stroomde de Maas. Boven op een heuvel in het glooiende Haspengouw stichtten de Romeinen omstreeks 7 v.C. Tongeren, de oudste stad van België. Dit werd de hoofdstad van de civitas: Atuatuca Tungrorum, later municipium Tungrorum genoemd.
Gelegen op een kruispunt van wegen midden in het vruchtbare land groeide Atuatuca Tungrorum van een aanvankelijk bescheiden nederzetting uit tot hoofdstad van het land van de Tungri en centrum van de Gallo-Romeinse cultuur.
De Romeinen drukten een indringende stempel op stad en land. Het Latijn werd er de voertaal. De Romeinse cultuur vormde de levenswijze van de plaatselijke elite. Luxueuze stadswoningen met vloerverwarming, muurschilderingen, mozaïeken en baden leidden tot nieuwe elegantie en wooncomfort. Geïmporteerde groenten, vruchten, sauzen en wijnen werden geserveerd in vaatwerk van brons, glas en terra sigillata. Het omliggende platteland werd voor grootschalige landbouw verkaveld. Overal verschenen er grote boerenbedrijven.
De Romeinse muren van de 2de eeuw, het tempelcomplex, het aquaduct van Beukenberg en de tumuli zijn in Tongeren nog steeds opvallende getuigen, het Gallo-Romeinse Museum de hoeder van een uniek verleden.
En zo droegen de nabijheid van Romeinse legioenen en hulptroepen, de aanleg van een nieuw wegennet, de stichting van talrijke nederzettingen, de systematische bodemontginning en de handel in grote mate bij tot de economische opbloei van de streek, de verspreiding van de Romeinse cultuur en de romanisering van de inheemse bevolking.
Tijden van crisis
De 3de eeuw was voor het Romeinse Rijk een periode van crisis, van voortdurende troonstrijd, van steeds opnieuw oplaaiende burgeroorlogen. Binnen- en buitenlandse vijanden in de noordelijke provincies profiteerden hiervan. Germaanse benden staken de Rijngrens over. In onze contreien werden dorpen en nederzettingen gebrandschat, vernield en verlaten. Ook het Municipium Tungrorum kreeg het zwaar te verduren.
Onder keizer Diocletianus (284-305 n.C.) keerde het tij. Zware militaire inspanningen brachten de situatie weer onder controle. De oorspronkelijk 4.544 meter lange muur van Atuatuca werd tot 2.680 meter ingekort. Tongeren werd beter verdedigbaar en bleef zo tegelijk een grote stad. De geromaniseerde bevolking kreeg zowel in de stad als op het platteland het gezelschap van Germaanse inwijkelingen.
In deze nieuwe samenleving schoot ook het christendom wortel. Onder de schitterende Onze-Lieve-Vrouwebasiliek vonden de archeologen het oudste gebedshuis terug. Dit dateert van de 4de eeuw v.C. Sint-Servatius, bisschop van Tongeren, ruilde in deze bewogen tijd Tongeren voor Maastricht. Hier overleed hij op 13 mei 384. De rol van Atuatuca Tungrorum lijkt hiermee uitgespeeld.