De provincie Limburg gebruikt cookies om jouw surfervaring op deze website gemakkelijker te maken.

Strikt noodzakelijke cookies
Deze cookies zijn strikt noodzakelijk om in de site te navigeren, of om te voorzien in door jou aangevraagde faciliteiten.
Functionaliteitscookies
Deze cookies verbeteren van de functionaliteit van de website door het opslaan van jouw voorkeuren.
Prestatiecookies
Deze cookies helpen om de prestaties van de website te verbeteren, waardoor een betere gebruikerservaring ontstaat.
Online surfgedrag gebaseerde reclame cookies
Deze cookies worden gebruikt om op de gebruiker op maat gemaakte reclame en andere informatie te tonen.
Plaats in het bos met nieuwe groei.

Kappen én planten: op naar gevarieerde en weerbare bossen

Laatst aangepast maandag, 06 februari 2023, 10.35 u.

KAPPLA is de afkorting voor "Kappen en Planten". Met deze beheermethode reiken we een oplossing aan voor de merkbare gevolgen van de klimaatverandering en de woekerende Amerikaanse vogelkers.

Door het veranderende klimaat krijgen onze bossen het steeds zwaarder te verduren door warmte, droogte en vele ziekten en plagen die de kop opsteken. Daarom zorgen we met KAPPLA voor weerbare bossen die kunnen omgaan met de gevolgen van klimaatverandering.

Eerder mikten we na een dunning op "natuurlijke verjonging" van gewenste soorten. Helaas stelden we vast dat op de Kempense zandgronden de vrijgekomen plaats te vaak door Amerikaanse vogelkers werd ingenomen. Met dit nieuwe systeem wordt na de dunning een deel van de opbrengst van de houtverkoop terug in het bos geïnvesteerd door nieuwe bomen aan te planten. We voeren eerst een "gewone" dunning uit met toekomstbomen. Daarna worden schaduw verdragende bomen aangeplant. Dat gebeurt ofwel in groepen (percelen > 40 are) ofwel verspreid (percelen < 40 are). Deze soorten (beuk, haagbeuk, esdoorn, winterlinde, tamme kastanje, Douglas of boskers) kunnen ook in de schaduw goed groeien. Deze groepen worden verder beheerd volgens de QD methode.

Zo krijgen we op een betaalbare manier meer gewenste soorten in onze bossen en vermijden we een monocultuur van naaldhout en exoten.

Deze manier van werken komt ten goede aan de ecologie, de economie als bosbezoekers en recreanten.

  • De ecologie krijgt een boostdoor de variatie van boomsoorten en verschillen in leeftijden van bomen.
  • Door deze variatie wordt het bos meer weerbaar tegen de gevolgen van de klimaatverandering.
  • Eén boom uit zo’n groep zal later hout van topkwaliteit leveren, waardoor opnieuw middelen vrijkomen om de bossen te kunnen blijven beheren.
  • Wandelaars en recreanten genietenmeer van deze ”mozaïekbossen”. Want geef toe, wat is er aangenamer dan een afwisselend, verrassend groen landschap om je vrije tijd in door te brengen?

Door de vele positieve reacties van boseigenaren en omwonenden, is deze manier van werken intussen de standaard geworden. Dat wil niet zeggen dat we elk bos op deze manier kunnen beheren. Er wordt steeds in samenspraak met de beheerder bekeken wat de mogelijkheden zijn.