Basisbereikbaarheid
Via het decreet Basisbereikbaarheid zet Vlaanderen via een mobiliteitsswitch in op efficiënter, duurzamer en flexibeler openbaar vervoer, afgestemd op het fiets- en wegennetwerk. Zo zijn scholen, ziekenhuizen, bedrijfsterreinen enzovoort vlot bereikbaar voor iedereen.
De trein, tram en bus blijven vaste waarden. Waar meer reizigers vertrekken of aankomen, komen snellere en frequentere bus- en tramverbindingen. Op minder drukke plaatsen komt er flexvervoer. Je reserveert dan vooraf een rit of gebruikt een deelfiets of deelwagen om een stuk van je route af te leggen.
Combimobiliteit
Centraal in deze mobiliteitsswitch staat combimobiliteit: je combineert verschillende voertuigen om je bestemming te bereiken. De trein, tram, bus, een deelfiets of deelwagen, … zelfs je eigen fiets of wandelen horen erbij.
Dat kan uiteraard enkel als de beschikbaarheid van die vervoermiddelen vlot op elkaar is afgestemd. Via goed uitgeruste knooppunten of Hoppinpunten kun je vlot van het ene naar het andere vervoermiddel ”switchen”.
Als provinciebestuur hebben we met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling 4 Hoppinpunten ingericht langs de overbezette Noord-Zuidverbinding (N74) in Peer, Pelt, Hasselt en Houthalen-Helchteren.
Elk Hoppinpunt biedt tal van diensten aan zoals kiss-and-ride, parkeerplaatsen voor elektrische deelwagens en wagens gebruikt voor/door personen met een handicap, oplaadmogelijkheid voor elektrische wagens en fietsen, overdekte fietsenstalling, fietskluizen, fietsherstelzuil, toegankelijke trein- of bushalte in de onmiddellijke nabijheid, overdekte wachtaccommodatie, pakjesdienst Bpost, infozuil.
Vervoerregio Limburg
Mobiliteit stopt niet aan (gemeente)grenzen. Daarom is het nodig om de invulling van basisbereikbaarheid ook op een regionaal niveau te bekijken. Vlaanderen telt 15 vervoerregio’s met elk een vervoerregioraad. De Vervoerregio Limburg is daarin uniek: de grenzen van de vervoerregio vallen samen met de provinciegrenzen. Dat maakt onze vervoerregio ook meteen de grootste!
Het provinciebestuur neemt hier een actieve rol in op en geeft advies aan de lokale besturen bij de uitvoering van het regionale mobiliteitsplan. Ook daarná kunnen de lokale besturen rekenen op de ondersteuning door de provincie. Het provinciebestuur geeft advies om het plan in concrete acties te vertalen en het in de praktijk vorm te geven. Geen eenvoudige oefening.
Bovendien is de gedeputeerde, bevoegd voor Mobiliteit ook co-voorzitter van de vervoerregioraad.