De provincie Limburg ontwikkelde de familie Stop met bijhorend educatief spel om jong én oud op een aantrekkelijke en leuke manier te informeren over duurzame mobiliteit en veilig stappen en trappen.
Duurzame mobiliteit betekent dat iedereen zich moet kunnen verplaatsen, maar liefst met zo weinig mogelijk kilometers en met zo weinig mogelijk gemotoriseerde voertuigen. Het is geen anti-autobeleid, maar vertrekt vanuit het STOP-principe: voorrang voor voetgangers (Stappers) en fietsers (Trappers) voor korte trajecten. Grotere afstanden leg je het best af door middel van het Openbaar vervoer of door te carpoolen. De auto (Privévervoer) gebruik je als het echt niet anders kan, waarbij je zoveel mogelijk probeert te carpoolen, met een milieuvriendelijke auto en een zuinige rijstijl. Duurzaam verplaatsen wil zeggen: veilig, goed voor het milieu, de gezondheid én de portefeuille.
De vier gezinsleden van de familie Stop visualiseren het STOP-principe.
- Zus Sarah houdt van stappen. Dat kan iedereen. Je hebt enkel twee benen nodig en een paar goede schoenen. Het kost je niets en je krijgt er een frisse neus van.
- Broer Tibau is dol zijn fiets. Als hij naar school gaat of een bezoekje aan oma brengt, doet hij dat altijd al trappend.
- Mama Olga neemt de bus of de trein naar het werk. Onderweg leest ze altijd in een spannend boek of maakt ze een praatje. Mama Olga houdt van het openbaar vervoer.
- Papa Peter kiest meestal voor privévervoer. Hij werkt in een andere provincie en heeft onregelmatige uren. Om zich toch duurzaam te verplaatsen, probeert hij zo vaak mogelijk te carpoolen. Samen rijden … dat betekent minder auto’s op de weg en dus beter voor het milieu.
Met het familie Stop-spel in de vorm van vragen en antwoorden beleven de kinderen een week uit het leven van de familie Stop en ontdekken ze op een speelse manier hoe ze zich in verschillende situaties duurzaam verplaatsen.
De familie Stop is ontwikkeld voor leerlingen die in klasverband het provinciehuis bezoeken. Dit zijn in principe leerlingen van het 4de tot en met het 6de leerjaar van de lagere school. Dankzij het vraag-en-antwoordboekje kunnen leerkrachten ook in de klas verder aan de slag met de familie Stop.