Indien je bomen plant binnen de 5-meterzone, dan moeten deze minstens op één meter van de oeverrand (taludinsteek) en 12 meter uit elkaar staan zodat de waterloop toch kan onderhouden worden.
Bomen die te dicht bij of op het talud worden geplant, dreigen na verloop van tijd in de waterloop te vallen.
Naaldbomen mogen nooit in de 5-meterzone geplant worden. Voor naaldbomen moet zelfs een afstand van 6 meter gerespecteerd worden, gemeten vanaf de taludinsteek. Dat is nodig omdat naaldbomen via hun afgevallen naalden de bodem verzuren waardoor de begroeiing vermindert en oevers daardoor sneller afkalven.