Limburg is een provincie met heel verschillende ruimtelijke kenmerken en een variëteit aan landschappen: uitgestrekte naaldbossen, heide en duinen, boomgaarden met compacte Haspengouwse kerkdorpjes, de meanderende Maasvallei, de mijnstreek met haar terrils en cités, het heuvel- en weidelandschap van Voeren. Maar ook steden met historische waarde en geschiedenis zoals Tongeren, St-Truiden, Maaseik en Bree of zelfs het industriële landschap van het Albertkanaal. En niet te vergeten het enige Nationaal Park van België in de Hoge Kempen en Bosland als grootste bos van Vlaanderen.
Die verscheidenheid bepaalt de Limburgse identiteit, de kwaliteit van onze leefomgeving én de aantrekkingskracht van de provincie als vakantiebestemming. Het is onze “ruimtelijke regionale eigenheid” die we moeten koesteren en beschermen.
Om een goed inzicht te krijgen in de ruimtelijke regionale eigenheid, heeft onderzoeksbureau BUUR in 2020 in opdracht van de provincie een studie uitgevoerd. Het eindrapport analyseert, beschrijft en verbeeldt in detail de ruimtelijke elementen en kernkwaliteiten die structuur en waarde geven aan Limburg en haar deelregio’s.
De ruimtelijke regionale eigenheid is een “gelaagd” gegeven en wordt opgebouwd vanuit drie invalshoeken die samen een erg compleet beeld geven:
- Landschapseenheden
- Historisch-morfologische eenheden
- Economisch-functionele systemen
Je kunt het eindrapport “Referentiekader Ruimtelijke Regionale Eigenheid” hier lezen of downloaden.
Deze studie helpt om de ruimtelijke leefomgeving van Limburg beter te begrijpen. De doelstelling is alleszins om aantasting van de kernkwaliteiten te vermijden en ze proberen te versterken waar dat kan. Het referentiekader is een instrument en hulpmiddel om toekomstige ruimtelijke ingrepen zo goed mogelijk af te stemmen op en te integreren in de ruimtelijke en landschappelijke eigenheid van Limburg.
Het “Referentiekader Ruimtelijke Regionale Eigenheid” werd opgemaakt in het voorbereidend proces van het Beleidsplan Ruimte Limburg (BRL).