Het is een lange traditie in iedere provincie dat de gouverneur een rede uitspreekt voor de provincieraad ter gelegenheid van de opening van het provinciale werkjaar. Voor Limburg is die traditie enkele jaren later gestart dan de andere provincies vermits onze provincie pas in 1839 door de akkoorden van het Verdrag van Londen als provincie bij België kwam. Omwille van dat bewuste verdrag waardoor Limburg opgesplitst werd in een Belgisch en Nederlands deel herdenken we ook dit jaar 175 jaar scheiding der beide Limburgen. Maar in elk geval is ook hier de jaarlijkse rede van de gouverneur een lange traditie.
De rede is dus een soort State of the Union bij het begin van het provinciale werkjaar waarbij de gouverneurs ofwel een actueel thema behandelen ofwel de aandacht vestigen op de maatschappelijke en sociaal-economische uitdagingen van de provincie.
Gouverneurs geven hun visie, schetsen de uitdagingen en opportuniteiten en stellen mogelijke beleidslijnen en oplossingen voor. Gezien de grote economische uitdagingen voor onze provincie sedert de sluiting van de mijnen is het hoofdthema van de rede in Limburg de voorbije jaren meestal, eigenlijk altijd, economisch georiënteerd.
Vanzelfsprekend is de huidige realiteit van de rede, het gewicht ervan niet meer dezelfde als in de 19de eeuw of zelfs dan pakweg 50 jaar geleden. De wereld is op korte tijd totaal veranderd en de positie van de gouverneur, het gewicht van het provinciebestuur, deze provincieraad en nog meer de snelheid waarmee vandaag nieuws gebracht wordt - zie alleen al maar naar de belangrijke nieuwsfeiten van vandaag - alles heeft een andere dimensie gekregen.
Nochtans heb ik het de afgelopen jaren altijd nuttig en interessant gevonden om hier die traditionele rede te mogen uitspreken. In alle bescheidenheid ben ik ervan overtuigd dat een gouverneur een unieke positie heeft in de provincie: als verbindingspersoon tussen de verschillende overheden, lokaal, provinciaal, Vlaams en federaal. Als vertrouwenspersoon van politici, ondernemers, ambtenaren en andere gezagsdragers. Als iemand met een breed zicht, een helikopterzicht, op alles wat er in de provincie gebeurt. Zeer aanspreekbaar en toch discreet.
Maar ook goed beseffend dat een gouverneur geen hiërarchische bevoegdheid heeft, niets kan opleggen maar er enkel kan op rekenen dat zijn ideeën en voorstellen opgepikt worden door de bevoegde overheden.
Vanuit meerdere hoeken kreeg ik het verzoek - soms letterlijk, soms subtiel - om hier vandaag, toch zeker, een positieve boodschap te brengen. Ik begrijp dat. Mensen willen graag een optimistische boodschap horen. Laat het mij duidelijk stellen. Ik ben ook optimist over de toekomst van onze provincie.
Ik heb vertrouwen in onze veerkracht om ook in moeilijke tijden de rug te rechten en te bouwen aan een mooie en nieuwe toekomst. Als ik daar zou aan twijfelen zou ik hier zelfs niet durven spreken. Maar wij moeten er ons van bewust zijn dat het niet vanzelf zal gaan. En daar gaat mijn rede vandaag over.
Elkeen zal daadwerkelijk, op zijn eigen terrein, die inspanning moeten leveren nodig om de duurzame toekomst van Limburg te garanderen. Kiezen voor samenwerking, uitstijgen boven het eigenbelang en weg van conflicten. Dat is waar Limburg vandaag nood aan heeft. Dat is waarover het zal gaan.
Dit jaar, voor de 6de keer dat ik hier deze rede mag geven, ik ben nu iets meer dan 5 jaar gouverneur, wil ik nochtans niet verbergen dat ik, ondanks mijn groot vertrouwen, dat ik lang getwijfeld heb. Getwijfeld of ik niet zou breken met de traditie van de rede. Of gewoon uit respect voor de traditie, enkel wat beschouwingen zou komen geven over bijvoorbeeld de brandweerhervorming. Op zich ook een belangrijk thema.
En ik zeg dat, niet omdat ik van mening ben dat er niets te vertellen valt, integendeel Limburg staat misschien wel voor de grootste economische uitdaging sedert het sluiten van de mijnen vorige eeuw, een uitdaging die, voornamelijk omwille van de zwakke economische conjunctuur vandaag waarschijnlijk nog groter is dan toen.
Maar ik heb het vervelende en ongemakkelijke gevoel dat, wanneer het gaat over het Limburg van morgen, over onze toekomst en die van onze kinderen en kleinkinderen, over de grote socio-economische uitdagingen waar we voor staan, alles al gezegd is, heel dikwijls gezegd is zelfs, en dat het geen zin heeft dat ik hier op dit forum nog eens in herhaling ga vallen. Ik heb zelf er de voorbije jaren van op deze plaats duidelijke taal over gesproken, lees er mijn redes van de voorbije jaren maar op na. Elk jaar opnieuw heb ik hier gesproken over de uitdagingen waar onze provincie voor staat, om die 5 toespraken in één zin samen te vatten, is onze provincie klaar om de economische concurrentiestrijd met andere regio’s aan te gaan, waarbij ik telkens ook een aantal aanbevelingen heb gegeven. Het gaat dan vooral over ondernemerschap, ambitie, internationalisering, onderwijs, innovatie, mobiliteit, stedelijkheid en samenwerken.
Alles is dus al gezegd, gelukkig is er ook veel gebeurd maar in alle eerlijkheid heb ik ook wel het gevoel dat te weinig Limburgse beleidsmensen zich écht nog betrokken voelen bij de grote problemen en uitdagingen die zich stellen.
Wij, Limburgse politici en ondernemers,hebben immers in de loop van de jaren een bepaalde logica opgebouwd die er uit bestaat dat telkens het hier misloopt of slecht gaat, de Vlaamse regering en bij uitbreiding de federale regering en Europa de morele plicht hebben om ons te komen redden. Onze Limburgse ministers en politieke kopstukken moeten dat klusje maar klaren in de respectievelijke regeringen en ons probleem is opgelost. Over tot de gewone orde van de dag, een agenda die jammer genoeg al te vaak mijlenver verwijderd is van de echte Limburgse problemen, die op die manier ook nooit echt opgelost raken.
Dames en heren
Laat me hier duidelijk stellen, het is niet vanzelfsprekend dat wij altijd geholpen worden door de hogere overheden!
Ik dank de vorige en de huidige Vlaamse en hopelijk binnenkort ook de federale regering voor de steun in het Salk dossier, in het bijzonder de Limburgse ministers van de voorbije en de huidige legislatuur, maar nogmaals vanzelfsprekend is dat allemaal niet.
Ik citeer mijn collega uit West-Vlaanderen die in zijn rede enkele weken geleden volgende uitspraak deed: "Ook Zuid-West-Vlaanderen verloor de voorbije 15 jaar bijna 15.000 jobs. Maar in tegenstelling tot Limburg, vingen we dat zelf op, zonder forse overheidssubsidies."
Duidelijk? Het zal u dan ook niet verwonderen dat in sommige kringen, zeg maar in de rest van Vlaanderen, een soort Limburgmoeheid optreedt wanneer we weer komen aankloppen voor extra-subsidies en bijzondere steunmaatregelen.
En als ik zeg dat onze problemen niet opgelost raken?
Ik citeer uit de redes van 1987 tot en met 1991, ongeveer 25 jaar geleden, van eregouverneur Harry Vandermeulen, Limburgs gouverneur ten tijde van de mijnsluitingen.
- De belangrijkste hefboom voor de toekomst, het onderwijs, is tevens onze achillespees. Het gaat hier om de verhoging van de scholingsgraad van onze provincie. In dat verband is er de te lage participatie aan het hoger onderwijs. Hiertegenover staat dat wij vragende partij zijn voor de verdere uitbouw van ons universitair - en hoger onderwijs.
- De vraag naar hooggeschoolde arbeidskrachten zal blijven groeien. Bijscholing en omscholing zullen steeds meer aan de orde van de dag zijn om aan de eisen van het bedrijfsleven te kunnen voldoen.
- Internationale samenwerking: wil Limburg een belangrijke rol spelen in het Europa van de regio’s dan zal er noodzakelijkerwijze aan schaalvergroting moeten gedacht worden. Samenwerkingsverbanden zoals de euregio Maas-Rijn en het inter-limburgs overleg zullen in dit proces een onvervangbare rol te spelen hebben. Gouverneur Vandermeulen gaf daarbij een overzicht van de jumelages van de Limburgse steden en gemeenten om aan te toenen dat ook lokale besturen in dat internationaliseringsproces een rol kunnen spelen.
- In vergelijking met andere provincies heeft Limburg geen grote agglomeratie. Dergelijke agglomeratie zou een draagvlak moeten bieden voor de uitbouw van een aantal meer gespecialiseerde functies die we nu of grotendeels moeten missen ofwel die op een andere manier moeten gerealiseerd worden. Dit verklaart mee de belangrijke rol die het provinciebestuur speelt in de maatschappelijke opbouw van Limburg. Dit onderstreept tevens het grote belang van het overleg tussen provincie, gemeenten en regio’s.
- Om het objectief (jobcreatie) te verwezenlijken moet Limburg er vooreerst voor zorgen dat op eigen niveau een hechte horizontale samenwerking tot stand komt tussen alle organen en instellingen, tussen de provincie, de GOM en LRM, tussen werkgevers en werknemers, tussen de politieke partijen.
- En dan de passage over het belang van het onderwijs, in bijzonder voor "migranten" en ik citeer nu letterlijk eregouverneur Vandermeulen uit 1987 "…/… Men zou mogelijk bedenkingen kunnen maken bij het feit dat ik zoveel belang hecht - volgens sommigen misschien teveel - aan het onderwijs voor migranten. Laten wij daarbij niet uit het oog verliezen dat wij allen zowel niet-Belgen als Belgen er het grootste belang bij hebben dat het onderwijs voortdurend wordt verbeterd. Schoolmoeheid en gebrek aan interesse komen meer voor dan men denkt en de samenhang tussen scholingsniveau en werkloosheid spreekt voor zichzelf. Integrale kwaliteitszorg mag niet alleen een bekommernis zijn van ons bedrijfsleven, ook het onderwijs heeft er nood aan. Anderzijds moeten wij realist blijven en eerlijk: de studieprestaties van leerlingen worden niet louter bepaald door het onderwijzend personeel en de schoolorganisatie. Leerlingen motiveren is een complexe opgave. De gezinssituatie is daarin ook belangrijk. De ouders en de hele omgeving moeten mee-motiveren .../…".
U merkt het, zeer opvallend, vele van de problemen die door het Salk rapport opnieuw gedetecteerd werden, kenden we al 25 jaar geleden: gebrek aan internationale profilering, te weinig interne samenwerking, onderwijsachterstand- en doorstroming, in bijzonder bij allochtone jongeren. En voor alle duidelijkheid, het laatste wat ik wil beweren is dat er in de voorbije 25 jaar niets gebeurd is in deze domeinen. Dat zou de inspanningen van vele mensen tekort doen. Limburg heeft een grote transformatie gekend de voorbije 25 jaar maar het is toch opvallend dat sommige problemen er nog altijd zijn.
Laat me duidelijk zijn, dit is geen terechtwijzing of beschuldiging van wie dan ook, alleen maar een vaststelling, een boodschap en een oproep: laat ons er samen voor zorgen dat de gouverneur die hier binnen 25 jaar staat niet opnieuw dezelfde problemen moet aankaarten.
Hoe kunnen we dat vermijden? Eigenlijk is dat niet zo moeilijk. Eenvoudig door de volgende jaren op alle overheidsniveaus, steden en gemeenten en provincie in goede samenwerking met elkaar en met Vlaanderen en de private sector te focussen op de aanpak van de grote uitdagingen die we kennen, ik herhaal nogmaals dat het gaat over ambitie, ondernemerschap, internationalisering, onderwijs, innovatie, verstedelijking en samenwerken, randvoorwaarden om onze economie te faciliteren en jobs te creëren. Met overheid bedoel ik dus alle gemeenteraadsleden, schepenen en burgemeesters, provincieraadsleden en gedeputeerden, parlementsleden van zowel Vlaanderen als federaal alsook natuurlijk de desbetreffende ambtenaren.
Ik geef u een concreet voorbeeld: Limburg staat voor grote uitdagingen op het vlak van onderwijs, achterstand in lager- en secundair onderwijs, doorstroming naar hoger onderwijs, achteruitgang technisch en beroepsonderwijs om de voornaamste te noemen. De aanpak van die problemen is niet alleen een zaak van "het onderwijs", schooldirecties en inrichtende machten, maar van ons allemaal.
Het zou al te gemakkelijk zijn dit maatschappelijk probleem in de korf van het onderwijs alleen te leggen, neen, iedereen is mee geresponsabiliseerd en moet op zijn niveau inspanningen doen. Bij voorkeur in een gecoördineerde aanpak.
Simpel gezegd: iedereen is eigenaar van het probleem en moet meewerken aan de aanpak ervan. Over alle politieke, ideologische en andere grenzen heen.
(Ik nodig u bovendien uit, zonder daar vandaag dieper op in te gaan, om eens te bekijken hoe men in Nederlands-Limburg zelf de economische uitdagingen aanpakt. Eigenlijk de moeite waard om met deze provincieraad een keer uitgebreid te bestuderen).
Dames en heren
Limburg staat opnieuw aan het begin van een nieuw tijdperk, zoveel is duidelijk. Na de Mijnen, na Philips en andere multinationals, sluit nu ook Ford in Limburg. Het einde van een tijdperk maar ook de verderzetting van de transitie die al enkele jaren bezig is. Naar een nieuw Limburg, Limburg 2.0, een dynamisch en welvarend Limburg dat in Vlaanderen en de Euregio opvalt door zijn vernieuwende aanpak. Koploper is in vele domeinen.
We hebben hiervoor gelukkig ook heel wat troeven., niet in het minst heel veel competente en gedreven mensen.
Ik heb er ook alle vertrouwen in
Maar daarvoor moet er de volgende jaren hard gewerkt worden? We mogen niet alleen rekenen op Salk, er zal veel meer moeten gebeuren door alle Limburgse actoren.
Zijn wij daar klaar voor? Hebben we genoeg dynamiek en inzet om aan dat nieuwe Limburg te werken? Samen te werken? Of zijn wij een vermoeide provincie, die zijn buik vol heeft van al die reconversie- en transitieplannen en nu de zaak maar op zijn beloop laat.
Want deze keer zal het van onszelf afhangen. Op eigen kracht zullen we het moet doen. En met de nodige ambitie!
Hebben we die ambitie om een rol te spelen in het Europa van de regio’s?
Kunnen we samenwerkingsmodellen uitbouwen tussen alle actoren? Of bestaat dat fameuze Limburggevoel waar we altijd en overal mee lopen te pronken alleen maar als het gaat over vrijblijvende situaties? Als het gaat over missverkiezingen of over erfgoedwedstrijden? En niet als het over belangrijke economische zaken gaat?
Slagen we erin om onze provincie te internationaliseren? Bedrijven ook te motiveren om ook buitenlandse markten te bewerken? Maar ook vanuit de overheid gerichte internatioanle contacten te leggen en verder uit te bouwen? Ik verwijs naar wat de andere Vlaamse provincies op dat vlak doen
De samenwerking binnen de euregio, met Noord-Brabant, maar ook met Antwerpen (haven) en Leuven (kennis- en onderzoekscentra) verder uit te bouwen?
Wat met het onderwijs? De uitdagingen die het SALK rapport aangeeft zijn helder en vereisen onmiddellijke actie. Wegwerken van de taal- en scholingsachterstand, herwaardering van technisch en beroepsonderwijs, mismatch onderwijs - arbeidsmarkt, doorstroming naar het hoger onderwijs.
Zijn wij bereid hierin te investeren? Tijd, middelen en mensen? Kunnen wij voortrekker zijn in de Vlaamse onderwijshervorming die zich aandient? Enkele Limburgse scholen geven in elk geval het goede voorbeeld.
Kunnen we bovendien onze jongeren meer ondernemerschap bijbrengen? Ik wil benadrukken dat nieuwe jobs zullen per slot van rekening van de ondernemers moeten komen?
Kunnen we de keten van kennisinstellingen en incubatoren die de voorbije jaren werden opgezet, verder uitbouwen en jobs laten creëren? Duurzame jobs die er voor zorgen dat onze jongeren ook in eigen streek hun toekomst kunnen uitbouwen.
Dat geldt ook voor de Limburgse jongeren van allochtone afkomst. Kunnen wij samen met hen ervoor zorgen dat hun kansen op de arbeidsmarkt groter worden dan vandaag? Zijn de werkgevers, zowel de overheid als de private sector bereid hen meer kansen te geven dan vandaag?
Kunnen we het project CO2 neutrale provincie met succes verder zetten? Klimaatneutraliteit nastreven heeft voor onze regio immers ook een belangrijk imagoversterkend en economisch aspect!
Durven wij de uitdaging aangaan om samen te werken aan het concept "Stad Limburg"? Waarbij meer stedelijkheid en meer samenwerking de basis vormen en waarbij iedereen bij het maken van strategische keuzes het bovenlokale belang laat primeren? Met de publicatie "Stad Limburg, deel 2", die ik nog in de loop van december aan u wil presenteren, en die een verdieping is van de eerste publicatie, met dezelfde titel, wil ik u opnieuw vragen hieraan mee te werken.
Dames en heren, het antwoord op al deze vragen zou volmondig ja moeten zijn. Er is geen andere keuze.
Om te besluiten ...
Limburg is een provincie met heel veel potentieel.
De SALK-acties komen op kruissnelheid en het Ondernemersplatform heeft alvast een goede start genomen,waarvoor mijn dank en appreciatie, maar er is meer nodig.
Ik doe hier een oproep naar u allemaal, naar alle Limburgers die verantwoordelijkheid dragen en mee willen werken aan de opbouw van dat nieuwe Limburg, dat ieder op zijn domein alles doet om de gekende uitdagingen aan te pakken. Een hernieuwde oproep ook om op een constructieve manier samen te werken. Onze Limburgse samenhorigheid is een belangrijke troef die we zeker nu moeten inzetten.
Als gouverneur, wil ik zelf een actieve rol spelen en in dat verband ga ik hier enkele voorstellen doen en initiatieven aankondigen.
- Om te vermijden dat onze echte problemen op de achtergrond verdwijnen stel ik voor om op elke provincieraad, elke gemeenteraad elke vergadering van de Limburgse sociale partners, het ondernemersplatform enz. de evolutie van de Limburgse kerncijfers worden getoond. Zo wordt iedereen eigenaar van het Limburgs probleem (werkloosheid, nieuwe bedrijven- ondernemerschap, onderwijsachterstand, jobcreatie, armoede) en behouden we onze focus op de grote uitdagingen van Limburg.
- Ik ga enkele keren per jaar een burgemeestersoverleg organiseren om de socio-economische uitdagingen van onze provincie te bespreken.
- Idem voor wat betreft de Vlaamse topambtenaren actief in onze provincie Limburg.
- De provincieraad voorziet de nodige budgetten en een strategie om Limburg actief te profileren buiten Limburg, zeker nu moeten we ons tonen.
- We werken samen met het Limburgs Onderwijsplatform en alle andere betrokken organisaties om de uitdagingen van het onderwijs aan te pakken.
- Specifiek voor het provinciaal niveau, stel ik voor om een strategie uit te werken om een doorstart te maken en de afgeslankte provincie, zoals beschreven in het Vlaams regeerakkoord, gestalte te geven. Ook afgeslankt kan het provinciebestuur nog een belangrijke rol spelen voor Limburg.
Dames en heren. Ik laat u nu een boekje uitdelen vol cijfers en grafieken. Dit is het Limburg van vandaag. Het is onze opdracht om gezamenlijk te werken aan het Limburg van morgen!
Iedereen is bij deze geresponsabiliseerd. In militaire termen uitgedrukt zou ik durven zeggen "de algemene mobilisatie" is afgekondigd.
Ik dank u.
Hasselt, 6 november 2014