De Hamster (Cricetus cricetus L., 1758), een nauwe verwant van de populaire Syrische (goud)hamster, heeft een vrij gelijkaardige levenswijze (Macdonald, 2001). Ook hij is een befaamde hamsteraar, die tijdens de oogstmaand 'wangzakken' vol bewaarbaar voedsel naar zijn burcht sleurt om een wintervoorraad aan te leggen (Bekenov, 1998). De Hamster brengt in onze streken gemakkelijk 5 maanden per jaar onder de grond door, in een winterslaap die regelmatig onderbroken wordt om te eten.

Zijn originele habitat is de Centraal-Europese steppe, maar hij paste zich ook aan het akkerleven aan (oa. Berdyugin & Bolshakov, 1998). Door de intensivering van de landbouw namen de aantallen in landbouwgebied echter sterk af (Backbier et al., 1998, Stubbe et al., 1998). Deze afname doet zich alleen in West-Europa voor (oa. Backbier et al., 1998), maar ook in Oost-Europa, waar de soort tot voor kort nog een belangrijke landbouwpest was (Gorban et al., 1998; Nechay, 1998).