De provincie Limburg gebruikt cookies om jouw surfervaring op deze website gemakkelijker te maken.

Strikt noodzakelijke cookies
Deze cookies zijn strikt noodzakelijk om in de site te navigeren, of om te voorzien in door jou aangevraagde faciliteiten.
Functionaliteitscookies
Deze cookies verbeteren van de functionaliteit van de website door het opslaan van jouw voorkeuren.
Prestatiecookies
Deze cookies helpen om de prestaties van de website te verbeteren, waardoor een betere gebruikerservaring ontstaat.
Online surfgedrag gebaseerde reclame cookies
Deze cookies worden gebruikt om op de gebruiker op maat gemaakte reclame en andere informatie te tonen.

Joden in Limburg - deel 1

Laatst aangepast dinsdag, 30 november 2021

BEELD
cirkelvormige radar met draaiende elektromagnetische golven
in de cirkel: de grenzen van de provincie Limburg
rechts en links: oorlogsvliegtuigen en vallende bommen
geluid van elektromagnetische golven

TITEL IN BEELD
“Onder de RADAR”
Joden in Limburg, deel 1

BEELD
historische luchtfoto van Beringen-Mijn met aanduiding van verschillende locaties 

BEELD
Marc Bertrands, geschiedkundige, staat op de site van de lagere school van Beringen-Mijn (Beverlo)

MARC BERTRANDS VERTELT
Tussen 21 december 1940 en 12 februari 1942 zijn er meer dan 3 000 Antwerpse Joden gedeporteerd naar Limburg. Ze zijn hier verdeeld over 43 Limburgse dorpen en steden. Van die 3 000, of meer dan 3 000, kwamen er 199 terecht in Beringen-Mijn, midden in de mijncité op het grondgebied van Beverlo. In eerste instantie werden ze door de burgemeester van Beverlo, Gaston Ooms, gehuisvest in de lagere school van Beringen-Mijn, die zich hier achter mij bevindt. Hier verbleven ze ongeveer 5 dagen. Daarna hebben ze – op last van de Duitsers – een definitiever onderkomen gekregen.

BEELD
historische foto’s van het bombardement van 12 mei 1944 van de lagere school en huizen in Beverlo

MARC BERTRANDS VERTELT
Nadat ze enkele dagen in de school verbleven, zijn de “199 Joden van Beverlo” – als ik ze zo mag noemen – versast naar deze straat hier, de Louis Sauvestrelaan en even verderop, naar de Leysestraat.

BEELD
videobeelden van de Louis Sauvestrelaan in Beverlo 

BEELD
plattegrond van het noorden van de tuinwijk van Beringen-Mijn met de twee straten waar Joden werden gehuisvest 

MARC BERTRANDS VERTELT
In deze 2 straten, midden in de mijncité, stonden een aantal vrijstaande mijnwerkerswoningen en daar werden al die Joden “ingestopt” als het ware, want het ging dikwijls over verschillende families in één woning.

BEELD
historische foto’s van Edith Hartmann en Alfred Gottschalk die naar Beringen-Mijn werden gestuurd

BEELD
videobeelden met detailopnames van de huizen waar de Joden verbleven 

MARC BERTRANDS VERTELT
De Beverlonaren waren erg gul zodat deze mensen, deze Antwerpse “ontheemden”, zich hier onmiddellijk thuis voelden. Want burgemeester Ooms startte onmiddellijk een inzamelactie om die mensen aan huisraad en aan meubilering te helpen. Dat lukte heel goed. Dat is trouwens een verschijnsel geweest, die “gulheid”, in heel Limburg, in die 43 dorpen en steden waar Joden waren terechtgekomen.

BEELD
videobeelden met detailopnames van de deuren, brievenbussen en huisnummers van de huizen waar de Joden verbleven

MARC BERTRANDS VERTELT
Waarom de Antwerpse Joden naar Limburg waren verhuisd, dat wisten ze niet. Daar werd geen informatie over gegeven. Maar eenmaal aangekomen in Limburg, in de respectieve dorpen en steden … wat ze niet mochten … dat wisten ze onmiddellijk. Want daar waren strenge verordeningen voor uitgeschreven. De Duitsers hadden daarvoor gezorgd.

BEELD
videobeelden van huizen waar de Joden verbleven 

MARC BERTRANDS VERTELT
Joden mochten de gemeenten, waarin zij waren beland, niet verlaten. Zij moesten dagelijks op het gemeentehuis “voor aanwezig” tekenen en de Joden mochten om de een of andere reden ook niet werken. Dat helpt meteen een levensgroot misverstand uit de wereld dat jarenlang heeft bestaan. Ze dachten namelijk in eerste instantie, na de oorlog, dat de Antwerpse Joden naar Limburg waren verhuisd om hier in de mijnen te werken, maar dat is nooit gebeurd. Joden werden onthouden van werk.

BEELD
videobeelden van huizen waar de Joden verbleven

MARC BERTRANDS VERTELT
Precies 80 jaar geleden kwamen in het voorjaar de Antwerpse Joden in Limburg toe. Tot op de dag van vandaag is er nog geen enkel Duits document opgedoken waarop expliciet staat geformuleerd waarom die operatie gebeurde. Als we niet over bewijzen beschikken, moeten we ons tevredenstellen met een hypothese, met een veronderstelling. Die veronderstelling is de volgende: in het najaar van 1940 ging het de Duitsers op militair gebied voor de wind … zij wonnen alles. Hitler speelde met het idee om een aanval te ontketenen richting Engeland, om ook dat land te kunnen onderwerpen. Maar daarvoor moesten voorbereidingen worden getroffen in de haven van Antwerpen. De Duitse vloot moest daar worden klaargemaakt. De Duitsers vreesden dat mogelijke spionnen de voorbereidingswerken zouden verraden aan de geallieerden die onder andere in Engeland zaten. Dan zou de aanval door “getelefoneerd” worden en dat moesten de Duitsers proberen te vermijden. Daarom besloten zij om groepen mensen, die in aanmerking kwamen om voor “spion” te spelen, uit Antwerpen weg te trekken, richting “een plaats waar zij geen kwaad konden”, richting Limburg bijvoorbeeld. Joden waren niet de beste vrienden van de Duitsers, dat weten we allemaal. Die Joden werden als verdachten beschouwd. Daarom begonnen ze eind 1940, begin 1941, Joden naar Limburg te verhuizen. Maar intussen, terwijl die actie bezig was, veranderde Hitler van idee. Hij wou niet meer Engeland bestoken, maar hij had zijn pijlen gericht op de Sovjet-Unie. Inderdaad, in juni 1941, begon de aanval op de Sovjet-Unie. Maar daarom, door die gedachteverandering, was de voorbereiding in de Antwerpse haven, niet meer nodig. Dus het verhuizen van Joden vanuit Antwerpen naar Limburg was overbodig geworden en ze werden toen teruggestuurd: de mannen – de oudere mannen – de vrouwen en de kinderen terug naar Antwerpen en de mannen, de sterke mannen die nog konden werken, naar Brussel, waar zij dwangarbeid moesten verrichten. Dat is de hypothese. Dus het is een kwestie die geen enkel nut heeft gehad. De Joden verbleven hier trouwens enkele maanden. Daarna zijn ze terug moeten gaan naar de grootstad. Daar waren ze gemakkelijker op te sporen, in plaats van hier verdeeld te zijn over 43 dorpen en steden. Vanaf 1942, is dan werkelijk de klopjacht begonnen met de arrestaties, met de verhuizing naar de kampen en uiteindelijk – voor heel veel van hen – met alle gevolgen van dien …

BEELD
videobeelden van de Vissegatstraat in Sint-Truiden, waar het bedrijf van Egon Suntup gevestigd was

BEELD
Ferdinand Duchateau, oud-stadsarchivaris van Sint-Truiden, zit in zijn woonkamer

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Ik ben Ferdinand Duchateau, de zoon van Alphons Duchateau en Irène Moers. Mijn vader was medewerker van Suntup en heeft daar vaak over verteld.

BEELD
detailopname van de kaft van het “Gulden Boek der slachtoffers van den Oorlog 1940 – 1945” en detailopname van de bladzijde van Elchanan (Egon) Suntup

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Op 17 december 1932 schreef Suntup een brief aan burgemeester-senator Cartuyvels dat hij werd aangesteld om toezicht te houden op de liquidatie van de Supra-fabriek. Maar omdat zijn verblijfsvergunning in België werd geweigerd, vroeg hij de tussenkomst van de burgemeester. “Want”, zo schrijft hij, “ik wil als werkgever optreden, een nieuw bedrijf vestigen en zo voor werkverschaffing zorgen."

BEELD
historische foto van de brief van Suntup aan burgemeester Cartuyvels

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Egon Suntup kreeg zijn vergunning en in afspraak met Soeren herstartte hij het bedrijf als gloeilampenfabriek ATLAS. Het bedrijf begon te draaien en brak door, vooral toen Suntup ging samenwerken met de Luikenaar Bustin, die al langer in de lampenproductie actief was. Voortaan was het bvba Suntup en Bustin.

BEELD
historische foto van de “Prijslijst van de ATLAS Lamp”

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Uit die periode stamt ook de samenwerking met accountant Duchateau, mijn vader.

BEELD
historische foto van een brief van Suntup, “Glaslampenfabriek ATLAS” aan Alphons Duchateau

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Dat mooie vooruitzicht van ondernemerschap in Sint-Truiden werd vrij snel neergehaald. In 1940 brak de oorlog uit, België werd bezet en de Joden zullen het geweten hebben. Ook Egon Suntup, de enige Jood in Sint-Truiden, al had hij zich eigenlijk nooit, op enige manier, als Jood gemanifesteerd.

BEELD
historische foto van Egon Suntup

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Maar op 28 oktober 1940 was er een verordening van de nazibezetter, namelijk het Jodenregister werd ingevoerd.

BEELD
historische foto van het uittreksel uit het “Jodenregister” op naam van “Suntup”

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Maar dan kwam er op 9 april 1941 een verzoek van de gouverneur – niet het verzoek, maar de opdracht van de Feldcommandant – om “u uit te nodigen mij, per kerende bode, een nieuwe lijst te doen geworden van de in uw gemeente vertoevende Joden met aanduiding van de juiste handelsbedrijvigheid die zij uitoefenen”.

BEELD
historische foto’s van het productieproces van lampen in de werkplaatsen van ATLAS

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Het was duidelijk: de bezetter wou Joden verdrijven uit iedere economische activiteit. Het stadsbestuur antwoordde met de naam en gegevens van Suntup met toevoeging: “Bedoelde persoon is ingenieur van beroep en bedrijfsleider in de gloeilampenfabriek ATLAS.” Toen werd het gevaarlijk.

BEELD
historische foto’s van het productieproces van lampen in de werkplaatsen van ATLAS

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Als reactie daarop werd de “bvba Suntup en Bustin” omgevormd tot de “Naamloze Vennootschap ATLAS BAYRAM”. “ATLAS” was het merk van Suntup, “BAYRAM” was het oorspronkelijke merk van Bustin. Op die manier werd het bedrijf gered en werd ook het werk van Egon Suntup als ingenieur verzekerd. De vraag was: voor hoelang? Wel, tot 1942.

BEELD
historische foto van Egon Suntup met zijn paard

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
1942 was ook het jaar van de Wannseeconferentie waar de leidende nazi’s bespraken hoe ze de Joodse genocide nog beter – als ik dit woord mag gebruiken – kon organiseren. De bekendste maatregel daarbij was de verplichting om in het openbaar de “Jodenster” te dragen. De Jodenster was duidelijk het signaal tot het massaal oppakken en deporteren van Joden.

BEELD
videobeelden van de Vissegatstraat in Sint-Truiden, waar het bedrijf van Egon Suntup gevestigd was

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Op woensdag 7 oktober 1942, in de voormiddag, werd Egon Suntup in de lampenfabriek opgepakt. Hij werd snel met een vrachtwagen afgevoerd en op dezelfde dag overgebracht naar het verzamelkamp “Dossin Kazerne” in Mechelen.

BEELD
detailopname van de “stolperstein” van Egon Suntup op het trottoir van de Vissegatstraat in Sint-Truiden 

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Dus op die 10de oktober passeerde de trein in het station van Sint-Truiden en dat is niet zo toevallig. Ik denk dat ze vooral minder bekende spoorlijnen gebruikten. In het station van Sint-Truiden zag Suntup de kans om een briefje uit het raam te werpen. Hij meldde dat hij zich geen illusies maakte over de onbekende bestemming. Het was gekend dat bij “Transport 13” bij aankomst in Auschwitz-Birkenau, een hoog aantal mensen onmiddellijk werd vergast, zelfs zonder stamnummer. Hoogstwaarschijnlijk was Suntup daarbij. Suntup is vermoord in Auschwitz.

BEELD
historische foto van Auschwitz

TEKST IN BEELD
Bekijk ook Joden in Limburg Deel 2
Met dank aan
Willem Driesen
Lieve Opsteyn
Marc Bertrands
Ferdinand Duchateau

www.onderderadar.be
logo provincie Limburg


Ga terug naar www.onderderadar.be.

Deze functionaliteit is uitgeschakeld door je cookie policy instellingen.
Je kunt deze instellingen aanpassen op de cookie policy pagina.

BEELD
cirkelvormige radar met draaiende elektromagnetische golven
in de cirkel: de grenzen van de provincie Limburg
rechts en links: oorlogsvliegtuigen en vallende bommen
geluid van elektromagnetische golven

TITEL IN BEELD
“Onder de RADAR”
Joden in Limburg, deel 1

BEELD
historische luchtfoto van Beringen-Mijn met aanduiding van verschillende locaties 

BEELD
Marc Bertrands, geschiedkundige, staat op de site van de lagere school van Beringen-Mijn (Beverlo)

MARC BERTRANDS VERTELT
Tussen 21 december 1940 en 12 februari 1942 zijn er meer dan 3 000 Antwerpse Joden gedeporteerd naar Limburg. Ze zijn hier verdeeld over 43 Limburgse dorpen en steden. Van die 3 000, of meer dan 3 000, kwamen er 199 terecht in Beringen-Mijn, midden in de mijncité op het grondgebied van Beverlo. In eerste instantie werden ze door de burgemeester van Beverlo, Gaston Ooms, gehuisvest in de lagere school van Beringen-Mijn, die zich hier achter mij bevindt. Hier verbleven ze ongeveer 5 dagen. Daarna hebben ze – op last van de Duitsers – een definitiever onderkomen gekregen.

BEELD
historische foto’s van het bombardement van 12 mei 1944 van de lagere school en huizen in Beverlo

MARC BERTRANDS VERTELT
Nadat ze enkele dagen in de school verbleven, zijn de “199 Joden van Beverlo” – als ik ze zo mag noemen – versast naar deze straat hier, de Louis Sauvestrelaan en even verderop, naar de Leysestraat.

BEELD
videobeelden van de Louis Sauvestrelaan in Beverlo 

BEELD
plattegrond van het noorden van de tuinwijk van Beringen-Mijn met de twee straten waar Joden werden gehuisvest 

MARC BERTRANDS VERTELT
In deze 2 straten, midden in de mijncité, stonden een aantal vrijstaande mijnwerkerswoningen en daar werden al die Joden “ingestopt” als het ware, want het ging dikwijls over verschillende families in één woning.

BEELD
historische foto’s van Edith Hartmann en Alfred Gottschalk die naar Beringen-Mijn werden gestuurd

BEELD
videobeelden met detailopnames van de huizen waar de Joden verbleven 

MARC BERTRANDS VERTELT
De Beverlonaren waren erg gul zodat deze mensen, deze Antwerpse “ontheemden”, zich hier onmiddellijk thuis voelden. Want burgemeester Ooms startte onmiddellijk een inzamelactie om die mensen aan huisraad en aan meubilering te helpen. Dat lukte heel goed. Dat is trouwens een verschijnsel geweest, die “gulheid”, in heel Limburg, in die 43 dorpen en steden waar Joden waren terechtgekomen.

BEELD
videobeelden met detailopnames van de deuren, brievenbussen en huisnummers van de huizen waar de Joden verbleven

MARC BERTRANDS VERTELT
Waarom de Antwerpse Joden naar Limburg waren verhuisd, dat wisten ze niet. Daar werd geen informatie over gegeven. Maar eenmaal aangekomen in Limburg, in de respectieve dorpen en steden … wat ze niet mochten … dat wisten ze onmiddellijk. Want daar waren strenge verordeningen voor uitgeschreven. De Duitsers hadden daarvoor gezorgd.

BEELD
videobeelden van huizen waar de Joden verbleven 

MARC BERTRANDS VERTELT
Joden mochten de gemeenten, waarin zij waren beland, niet verlaten. Zij moesten dagelijks op het gemeentehuis “voor aanwezig” tekenen en de Joden mochten om de een of andere reden ook niet werken. Dat helpt meteen een levensgroot misverstand uit de wereld dat jarenlang heeft bestaan. Ze dachten namelijk in eerste instantie, na de oorlog, dat de Antwerpse Joden naar Limburg waren verhuisd om hier in de mijnen te werken, maar dat is nooit gebeurd. Joden werden onthouden van werk.

BEELD
videobeelden van huizen waar de Joden verbleven

MARC BERTRANDS VERTELT
Precies 80 jaar geleden kwamen in het voorjaar de Antwerpse Joden in Limburg toe. Tot op de dag van vandaag is er nog geen enkel Duits document opgedoken waarop expliciet staat geformuleerd waarom die operatie gebeurde. Als we niet over bewijzen beschikken, moeten we ons tevredenstellen met een hypothese, met een veronderstelling. Die veronderstelling is de volgende: in het najaar van 1940 ging het de Duitsers op militair gebied voor de wind … zij wonnen alles. Hitler speelde met het idee om een aanval te ontketenen richting Engeland, om ook dat land te kunnen onderwerpen. Maar daarvoor moesten voorbereidingen worden getroffen in de haven van Antwerpen. De Duitse vloot moest daar worden klaargemaakt. De Duitsers vreesden dat mogelijke spionnen de voorbereidingswerken zouden verraden aan de geallieerden die onder andere in Engeland zaten. Dan zou de aanval door “getelefoneerd” worden en dat moesten de Duitsers proberen te vermijden. Daarom besloten zij om groepen mensen, die in aanmerking kwamen om voor “spion” te spelen, uit Antwerpen weg te trekken, richting “een plaats waar zij geen kwaad konden”, richting Limburg bijvoorbeeld. Joden waren niet de beste vrienden van de Duitsers, dat weten we allemaal. Die Joden werden als verdachten beschouwd. Daarom begonnen ze eind 1940, begin 1941, Joden naar Limburg te verhuizen. Maar intussen, terwijl die actie bezig was, veranderde Hitler van idee. Hij wou niet meer Engeland bestoken, maar hij had zijn pijlen gericht op de Sovjet-Unie. Inderdaad, in juni 1941, begon de aanval op de Sovjet-Unie. Maar daarom, door die gedachteverandering, was de voorbereiding in de Antwerpse haven, niet meer nodig. Dus het verhuizen van Joden vanuit Antwerpen naar Limburg was overbodig geworden en ze werden toen teruggestuurd: de mannen – de oudere mannen – de vrouwen en de kinderen terug naar Antwerpen en de mannen, de sterke mannen die nog konden werken, naar Brussel, waar zij dwangarbeid moesten verrichten. Dat is de hypothese. Dus het is een kwestie die geen enkel nut heeft gehad. De Joden verbleven hier trouwens enkele maanden. Daarna zijn ze terug moeten gaan naar de grootstad. Daar waren ze gemakkelijker op te sporen, in plaats van hier verdeeld te zijn over 43 dorpen en steden. Vanaf 1942, is dan werkelijk de klopjacht begonnen met de arrestaties, met de verhuizing naar de kampen en uiteindelijk – voor heel veel van hen – met alle gevolgen van dien …

BEELD
videobeelden van de Vissegatstraat in Sint-Truiden, waar het bedrijf van Egon Suntup gevestigd was

BEELD
Ferdinand Duchateau, oud-stadsarchivaris van Sint-Truiden, zit in zijn woonkamer

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Ik ben Ferdinand Duchateau, de zoon van Alphons Duchateau en Irène Moers. Mijn vader was medewerker van Suntup en heeft daar vaak over verteld.

BEELD
detailopname van de kaft van het “Gulden Boek der slachtoffers van den Oorlog 1940 – 1945” en detailopname van de bladzijde van Elchanan (Egon) Suntup

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Op 17 december 1932 schreef Suntup een brief aan burgemeester-senator Cartuyvels dat hij werd aangesteld om toezicht te houden op de liquidatie van de Supra-fabriek. Maar omdat zijn verblijfsvergunning in België werd geweigerd, vroeg hij de tussenkomst van de burgemeester. “Want”, zo schrijft hij, “ik wil als werkgever optreden, een nieuw bedrijf vestigen en zo voor werkverschaffing zorgen."

BEELD
historische foto van de brief van Suntup aan burgemeester Cartuyvels

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Egon Suntup kreeg zijn vergunning en in afspraak met Soeren herstartte hij het bedrijf als gloeilampenfabriek ATLAS. Het bedrijf begon te draaien en brak door, vooral toen Suntup ging samenwerken met de Luikenaar Bustin, die al langer in de lampenproductie actief was. Voortaan was het bvba Suntup en Bustin.

BEELD
historische foto van de “Prijslijst van de ATLAS Lamp”

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Uit die periode stamt ook de samenwerking met accountant Duchateau, mijn vader.

BEELD
historische foto van een brief van Suntup, “Glaslampenfabriek ATLAS” aan Alphons Duchateau

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Dat mooie vooruitzicht van ondernemerschap in Sint-Truiden werd vrij snel neergehaald. In 1940 brak de oorlog uit, België werd bezet en de Joden zullen het geweten hebben. Ook Egon Suntup, de enige Jood in Sint-Truiden, al had hij zich eigenlijk nooit, op enige manier, als Jood gemanifesteerd.

BEELD
historische foto van Egon Suntup

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Maar op 28 oktober 1940 was er een verordening van de nazibezetter, namelijk het Jodenregister werd ingevoerd.

BEELD
historische foto van het uittreksel uit het “Jodenregister” op naam van “Suntup”

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Maar dan kwam er op 9 april 1941 een verzoek van de gouverneur – niet het verzoek, maar de opdracht van de Feldcommandant – om “u uit te nodigen mij, per kerende bode, een nieuwe lijst te doen geworden van de in uw gemeente vertoevende Joden met aanduiding van de juiste handelsbedrijvigheid die zij uitoefenen”.

BEELD
historische foto’s van het productieproces van lampen in de werkplaatsen van ATLAS

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Het was duidelijk: de bezetter wou Joden verdrijven uit iedere economische activiteit. Het stadsbestuur antwoordde met de naam en gegevens van Suntup met toevoeging: “Bedoelde persoon is ingenieur van beroep en bedrijfsleider in de gloeilampenfabriek ATLAS.” Toen werd het gevaarlijk.

BEELD
historische foto’s van het productieproces van lampen in de werkplaatsen van ATLAS

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Als reactie daarop werd de “bvba Suntup en Bustin” omgevormd tot de “Naamloze Vennootschap ATLAS BAYRAM”. “ATLAS” was het merk van Suntup, “BAYRAM” was het oorspronkelijke merk van Bustin. Op die manier werd het bedrijf gered en werd ook het werk van Egon Suntup als ingenieur verzekerd. De vraag was: voor hoelang? Wel, tot 1942.

BEELD
historische foto van Egon Suntup met zijn paard

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
1942 was ook het jaar van de Wannseeconferentie waar de leidende nazi’s bespraken hoe ze de Joodse genocide nog beter – als ik dit woord mag gebruiken – kon organiseren. De bekendste maatregel daarbij was de verplichting om in het openbaar de “Jodenster” te dragen. De Jodenster was duidelijk het signaal tot het massaal oppakken en deporteren van Joden.

BEELD
videobeelden van de Vissegatstraat in Sint-Truiden, waar het bedrijf van Egon Suntup gevestigd was

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Op woensdag 7 oktober 1942, in de voormiddag, werd Egon Suntup in de lampenfabriek opgepakt. Hij werd snel met een vrachtwagen afgevoerd en op dezelfde dag overgebracht naar het verzamelkamp “Dossin Kazerne” in Mechelen.

BEELD
detailopname van de “stolperstein” van Egon Suntup op het trottoir van de Vissegatstraat in Sint-Truiden 

FERDINAND DUCHATEAU VERTELT
Dus op die 10de oktober passeerde de trein in het station van Sint-Truiden en dat is niet zo toevallig. Ik denk dat ze vooral minder bekende spoorlijnen gebruikten. In het station van Sint-Truiden zag Suntup de kans om een briefje uit het raam te werpen. Hij meldde dat hij zich geen illusies maakte over de onbekende bestemming. Het was gekend dat bij “Transport 13” bij aankomst in Auschwitz-Birkenau, een hoog aantal mensen onmiddellijk werd vergast, zelfs zonder stamnummer. Hoogstwaarschijnlijk was Suntup daarbij. Suntup is vermoord in Auschwitz.

BEELD
historische foto van Auschwitz

TEKST IN BEELD
Bekijk ook Joden in Limburg Deel 2
Met dank aan
Willem Driesen
Lieve Opsteyn
Marc Bertrands
Ferdinand Duchateau

www.onderderadar.be
logo provincie Limburg